Een beetje melancholisch zit ik in mijn winkeltje weg te mijmeren over witte palmstranden, opblaaskrokodillen en teenslippertjes. Als recht geschapen geheim-agent in combinatie met een David Hasselhof zwembroek heb ik in mijn dagdroom de wereld aan mijn voeten.

Terwijl ik net, in samenzijn van een derde van het Zweedse bikiniteam, mijn derde shaken not stirred bestel word ik ruw gestoord door Rob…

Of ik het ook zo warm had. En gelijk weer tot de orde van de dag. Kalf ligt op zijn rug op de stoep, Patrick hoor ik zwoegen met een pallet wijn en ik zit een beetje te staren naar mijn beeldscherm. Pffff, nu ook met wijn sjouwen denk ik en ik begin me op een klassieke manier te drukken door alvast de bestelling voor komende maand te bedenken.

Terwijl Patrick gestaag door sjouwt schenkt Rob een Taranietje in. Heb je de rosé al geprobeerd probeer ik voorzichtig. “Tja” zegt Rob, “grappig zo’n rosé maar ik word er niet echt warm van”. En ik was gelijk getriggerd. Niet warm van rosé ?

“Hoe bedoel je ?”, vraag ik.

“Mwah”, zegt Rob. “Het is noch vlees, noch vis. Geen wit en geen rood.”

“Hoho (wellicht wat te vroeg voor de tijd van het jaar)”, mompel ik.

Bij wijnproeverijen is rosé maar al te vaak een ondergeschoven kindje en uit eigen ervaring heb ik gemerkt dat er soms zelfs lacherig over gedaan wordt. Toch bestaan er kwalitatief hoogwaardige rosé-wijnen die meer dan het proeven waard zijn.

Patrick keek Rob wat meewarig aan (een beetje in de trend van wat ben jij nu weer begonnen). Ik liet me niet uit het veld slaan.

Rosé wordt veelal gemaakt van rode druiven zoals Grénache, Cinsault en Syrah. Minder vaak gebruikt voor rosé worden de druiven Cabernet Franc, Pinot Noir, Tempranillo, Merlot, Mourvèdre, Malbec, Carignan en Cabernet Sauvignon. Met andere woorden een zelfstandige wijn gemaakt van blauwe druiven, soms in combinatie met witte druiven. De wijn krijgt zijn kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang bij het sap (de most) blijven dan bij de bereiding van rode wijn. Tijdens de traditionele vinificatie worden de druiven gekneusd en beginnen de schillen hun kleurstof aan het sap af te geven. Zodra de wijnmaker tevreden is over de tint worden de druiven voorzichtig geperst en schillen en sap van elkaar gescheiden. Daarna gaat de vergisting verder. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben, des te donkerder wordt de kleur en des te krachtiger de smaak van de rosé. De beperkte hoeveelheid tannine in rosé maakt dat hij fris en licht is, maar toch met zekere stevigheid gedronken kan worden.

Het is zelfs verboden om een roséwijn te maken door rode en witte wijn te mengen. Dit geeft wellicht de kleur van rosé, maar nimmer de fruitige frisheid die zo kenmerkend is voor roséwijn. Uiteraard mag dit dan wel weer in de Champagne, maar bij die AC gelden dezelfde duidelijke transparante regels die onze overheid ook wel eens hanteert. Je moet ze maar ter kennisgeving aannemen en niet willen begrijpen, maar dit terzijde.

Aan de totale hoeveelheid wijn die er wereldwijd geproduceerd wordt, is het aandeel rosé nog geen 10%. Rosé werd in eerste instantie populair door rosé d’Anjou: een toegankelijke rosé uit de Loirestreek met een klein zoetje. Deze werd veel gedronken in de jaren 70 (Rob zijn jeugdjaren). Daarna werd het lange tijd stil rond deze heerlijke frisse zomerwijn. Daarna volgde een echte rosé revival aan het einde van de jaren 90.

De streek die het best bekend staat om haar rosé is de Provence. In dit prachtige stukje Zuid-Frankrijk wordt heerlijke droge, iets kruidige rosé gemaakt met een kenmerkende lichtroze, bijna zalmachtige kleur. Deze lichtere rosé wordt tegenwoordig ook steeds meer in Nederland geschonken. Ook beroemd: Tavel, in de zuidelijke Rhônevallei in Frankrijk. Tavel maakt rosé met een duidelijk herkenbare oranje kleur, veel alcohol en een wat geoxideerde geur. Dat maakt hem vrij warm – door de alcohol – maar minder fruitig. De beste Tavels worden echter volgens de saignée-methode gemaakt en zijn roder, frisser en fruitiger, wat meer in de internationale stijl. Bijna alle roséwijnen uit de Provence worden op dezelfde manier gemaakt.

De kleurvariant vin gris kent men onder meer in de Loirevallei en Jura. Men spreekt bij sommige wijnen ook weleens over vin pelure d’oignon, wijn met een uienkleur. In de Bourgognestreek kent men oeil-de-perdrix, de kleur van een patrijzenoog.

Hoewel Rob bijna uit gefaseerd was trok ik zijn aandacht weer met een patrijzenoog. Of ik ooit een patrijs diep in de ogen had gekeken.

Hoppakee sprong ik op, het wordt weer zomer dus gelijk korting op onze rosés. Lekker op een terrasje, bij de BBQ of in de tuin. Zonnetje erbij en we kunnen er tegenaan. En wat denk je? Nog geen dagje zon gehad…