“Waarom is Duitsland nog steeds niet in….bij ons in de winkel”: begon Ellen tegen me. Nooit wordt er mee gecommuniceerd, nooit geen aanbieding en nooit niks niet. Als Ellen zo tegen je begint dan moet er actie ondernomen worden. Het geluk is dan ook nog dat Paul in de winkel is zodat dit item vilein onder een vergrootglas wordt gelegd.
Dus Ome Frank in de actie. Marcel opgebeld met de mededeling dat ik toch ook eens overtuigd moest worden. Tuurlich werd er geopperd, kom mal wieder langs was de strekking. En toen stond ik daar met mijn katholieke gezicht. Ietwat beteuterd met mijn toilettasje en een schone onderbroek. Ik had geen zin om alleen te gaan. Nu gedijt Paul op een of andere manier erg goed in Duitsland dus ik dacht aan de bak. We nemen de “mannen” mee.
Dit vereist enige uitleg. Sinds jaar en dag verslijt ik mijn leven aan de stamtafel in de Vergulde Lampet. Op donderdagavond en zaterdagmiddag kwam een illuster gezelschap bijeen onder de bezielende leiding van Marcel en Paul. Tel daar Koen bij op en je begrijpt het woord illuster. Laten we bij het begin beginnen. Koen, de eigenaar van de Lampet, lijkt op een afgekeurde Oostduitse porno-acteur met een uit de hand gegroeide obsessie van koffie. Marcel, professional in licht, oogt als een tangodanser compleet met staart die een drankje niet schuwt en dan als een na laatste Paul. Tja, Paul, een goedkope Raymond look-a-like, zou niet misstaan als een eigenaar van een tweedehands breiwinkel op de Voorstraat. En ondergetekende. Bij het zicht van mijzelf met een lederhose aan ga je spontaan je fiets zoeken bij mij in de kelder of krijg je een onbedwingbare lust in schnitzels en bier. Het ideale reisgezelschap zou ik zeggen.
Op zaterdagen gaan Hugo en Suzanne iets vroeger dicht dus het leek mij zinvol dat Marcel zou rijden. Een kleine 3 uur later tikten we af bij de wijnboerderij in Sulzfeld am Main. Toen we na een half uurtje ons gezicht, na alle G-krachten, weer in de plooi hadden belden we aan. Suzanne verwelkomde ons hartelijk. Hugo gaf ons een hand en was waarschijnlijk not amused hoe Suzanne op Koen reageerde. Hij stak gelijk van wal…
De wijnboerderij ligt in Franken. De Frankische wijnboeren telen hun druiven op ruim 6000 hectare wijngaardland. Op de mosselkalk- en keuperbodems gedijt vooral de Silvaner optimaal. Hij is het uithangbord van de Frankische wijnbouw. De aromatische Müller-Thurgau, het meest geteelde druivenras in Franken, wordt door jonge wijnboeren op een eigentijdse manier verwerkt en beleeft daardoor een renaissance. Het aandeel witte wijn bedraagt zo’n 80 procent, waarbij behalve Silvaner en Müller-Thurgau ook de regionale specialiteit Bacchus van grote betekenis is.
Na dit “welkomstwoord” vol tarief de wijngaard in. Als een volleerde commando ging Hugo ons voor. Nu is dit gezelschap niet in een uitstekende conditionele gesteldheid dat we Hugo bijhielden. Uiteraard Koen weer wel maar ja hier zat Hugo weer niet zo op te wachten geloof ik.
Na een uurtje uitleg, klimmen, stijgen, dalen, bijkomen, vallen en opstaan kwamen we in het proeflokaal terecht. Terwijl ik aan het zuurstof kon en Paul het zandsteen van zijn broek afsloeg ging Hugo onverdroten voort.
De Bocksbeutel is het handelsmerk van wijn uit Franken. Al meer dan 1200 jaar wordt die met name langs de Main geproduceerd.
Frankenwijnen zijn mineraalrijk en kruidig van smaak dat dan ook belangrijk is voor de kwaliteitscontrole in het gebied. Het zijn algemeen droge wijnen. Dat wil zeggen dat er weinig restsuiker in zit, en derhalve niet zoet smaakt. In Duitsland geldt dat droge wijn maximaal negen gram restsuiker per liter bevat. Een kwart van de wijnen hier bevatten tot maximaal vier gram suiker per liter. De term “Fränkisch trocken” die voor deze zeer droge wijn wordt gebezigd, zal men niet tegenkomen op een etiket omdat dat wettelijk niet is toegestaan. Frankische wijn van de Silvaner-druif wordt als typisch Duits geduid. Veel wijnboeren verbouwen voor de “internationale smaak” ook druiven voor droge wijnen zoals Riesling, Pinot Blanc en/of Pinot Gris.
Zowel de wijngaard als de wijnboer spelen een belangrijke traditionele rol. Voor iemand van buiten het Frankengebied vaak niet goed te volgen. Er worden wel acties ondernomen om de wijn onder merknamen te verkopen. Doorgaans vanuit een coöperatieve wijnvereniging. Bij sekt uit deze streek wordt al langere tijd onder merknamen verkocht. De mousserende wijn kan dan overal uit Franken afkomstig zijn en bovendien van verschillende druivenrassen.
De lagertijd is zeer verschillend. Eenvoudige wijnen moeten jong gedronken worden omdat de frisse zuren met de tijd zullen verdwijnen. Droge Spätlese, wijn met enige restzoet en rode kwaliteitswijnen die op eikenhouten vaten hebben gelegen, kunnen het beste na minimaal twee jaar worden gedronken. Velen zijn na tien jaar nog goed en geëvolueerd. De weinige “edelzoete” wijnen van de Silvaner, Riesling, Rieslaner en Scheurebe kan het wel tienjaar duren voordat zij volledig zijn ontwikkeld.
“Snap jij hem nog?”: fluisterde Paul tegen me. Koen was al uitgefaseerd, flirtend met Suzanne,
kirde hij dat we moesten gaan proeven. Mars was het geloof ik hier wel mee eens. En toen gingen de hemelpoorten open. De Anna-Lena (top Sylvaner), de 425 jahr (pfff), JHB, de Grauburgender, zelfs de Dornfelder en de Spatburgunder konden mij bekoren.
Inmiddels heb ik de 425 en de Anna-Lena in de winkel staan. En daar zal het niet bij blijven.
Ik ben om.
Recente reacties